Het tentoonstellingsproject Middle Gate II Het verhaal van Dimpna is een samenwerking tussen het M HKA, Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen, en cultuurcentrum de Werft in Geel. Middle Gate II is het vervolg op de tentoonstelling Middle Gate van Jan Hoet in Geel in 2013. Het concept van de tentoonstelling is nauw verweven met de legende van de heilige Dimpna, de patrones van de bezetenen en geesteszieken, en de beschermheilige tegen epilepsie en krankzinnigheid. De legende van Dimpna is sterk verbonden met de identiteit van de stad Geel, “de barmhartige stede”.

Anne-Mie Van Kerckhoven / AMVK

(c)image: AMVK
Installatie , dimensions variable

"De tentoonstelling bestaat enerzijds uit een houten structuur in 2 parallelle lagen, evenwijdig aan de muren van de galerij, en anderzijds uit een interactieve computerprojectie.

Wij leven met 2 verschillende voorstellingen van de werking van ons brein: enerzijds zien we dat brein als onderverdeeld in rechter- en linkerhelft, met de specifieke taken die de wetenschappers er aan toeschrijven. Anderzijds is er een bewustzijn, een onbewustzijn en een onderbewustzijn, zeggen de psychiaters en de psychoanalysten.

Ik vraag mij af in welke mate die 2 voorstellingen, onderverdelingen, compatibel zijn? Hebben ze wel iets met elkaar te maken?

Op de houten structuur heb ik 12 geperforeerde en volle ijzeren platen opgehangen die elkaar soms overlappen. Zoals de datastructuur in computers, subtekst enz. Vele onderdelen die uit kleine werken, teksten, computerprints en “ scherven ” kunststof bestaan, bedekken, al dan niet esthetisch gerangschikt, de platen. Al die elementen werden vanachter voorzien van een magnetische laag, zodat hun plaats niet absoluut is en kan gewijzigd worden door elke derde die iets beter kan verzinnen. Er zijn 3 platen die een werk op zich zijn, de andere zijn kwa informatie onderling verwisselbaar en aanvulbaar.

Zoals mijn werk zich aangepast heeft aan de galerij is er een begin- en een eindplaat. En een plaat die het midden bepaalt. Dat zijn de drie vaste. Ze figureren als drie kleine microcosmossen binnen al het andere dat te zien is.

Het eerste dat Structuren Betogen Niet heet, is ontstaan uit 2 portretten uit mijn verzameling mensen die ik bewonder: een Pakistaanse vrijheids- strijdster en Lebed van Rusland. Het is meer bepaald het beeld dat ik van die mensen kreeg in de massamedia dat me intrigeert. Tesamen met mijn verbeelding, scherven verleden, heden en toekomst, heb ik uit mijn fascinatie voor die mensen een betekenismachine gemaakt.

In het midden hangt het werk Vrije Radicalen, 3 magnetisch vastgehechte collages van vrouwenfiguren, in 4 stukken, waarvan één hun hoofd, twee hun kleed, niet magnetisch , vastgehouden door de rest, drie de bijpassende hand en vier een machine, nl. een satelliet, een windmolen en een radar.

Het laatste volledige werk hangt terug bij de ingang en heet Regenereren, voortgaande op het idee Eclips uit een vorige installatie. Idee, abstractie, perversie en recuperatie.

Het was mijn uitgangspunt niet om enige systematisering in de rest van de door mij gemaakte beelden aan te brengen in Zeno X. Dit blijkt echter een niet te stuiten, dwangmatige reflex te zijn wanneer het moment komt waar- op de dingen definitief worden.

Omdat de tentoonstelling een vervolg is op de presentatie die ik december 1996 in Kunsthalle Lophem te Brugge toonde, en omdat de daar aanwezige computeranimatie als een stramien geconcipieerd werd voor dat wat ik in de volgende jaren ging maken, leek het me tamelijk normaal het systeem van onderverdelen in die film verder uit te proberen in deze nieuwe constellatie.

Het was ook één van mijn uitgangspunten de animatie aanwezig te stellen in Zeno X, maar op de achtergrond, als een stem uit de achtergrond. Vandaar de opstelling achter een geperforeerd scherm, indirect.
De film zelf was een verzameling variaties, 5 probers, op één thema: Sex versus Technologie. Het gebruik van sex en erotiek versus “ de technieken “ in de breedste zin van het woord.

De film kwam tot stand dank zij mijn grote databank vrouwenbeelden uit de blotevrouwenpers. Beelden die voldoen aan de behoefte van mannen in vrouwen in verschillende staten van ontkleding. Vele gebaren, blikken, attributen en camerahoeken worden hierbij op een stereotiepe manier gebruikt. (zie tekst On Women Images). Die sterotiepen zijn mijn triggers naar de onderhuidse bestaansvelden van die beelden op zich. Het is op dat niveau dat ik ze verbind met andere aspecten van de samenleving zoals ik die ervaar.

De interactieve projectie “ De sexuele revolutie ” gebeurt rechtstreeks vanuit een computer. Zij snijdt de tentoonstelling in twee, gebeurt op een fluorescerende plaat van 2 op 3 meter, en wordt in 3 opgedeeld. Men ziet 3 onafhankelijk van elkaar lopende animaties, elk met eigen klank. De films kunnen elk afzonderlijk stil worden gezet, en daarna weer geactiveerd. Wanneer de muis, die deze dingen bestuurt, gedurende meer dan 3 minuten gerust wordt gelaten begint de projectie weer van voren af aan. Het beeld werd eerst overlangs in het midden doorgesneden, daarna werd het bovenste deel nog eens in 2 verdeeld. Ik probeer hiermee een persoonlijk beeld van het menselijk brein uit: linksboven is het bewuste, rechtsboven het onbewuste en onderaan het onderbewuste. Het onderbewuste is even groot als de som van de andere twee.

Ik definieerde het Bewuste als dat wat ik mijn materiele biotoop opleg, het IK, 2 à 3000 jaren oud, het Onbewuste als dat wat de sociale biotoop mij influistert, het instinct, de Kennis, en het Onderbewuste als dat wat de genetische biotoop mij aanreikt, de robot, de onbewuste agens, de wetenschap, intuitie.

Het stramien dat uit mijn presentatie naar voor komt zijn 5 platen met elk een collage van 4 onderdelen, per twee gegroepeerd.
2 kleine plexiplaatjes met computerprints en 2 grotere vierkante polystyreenplaten.

Op de laatste is enerzijds de afbeelding van een zich ontkledende vrouw te zien en anderzijds een opsomming van de 5 delen en de positie van het bewuste onderdeel van de opsomming. Dit werd aangevuld door de afbeelding van een persoon in of onder een grote machine. De opsomming bestaat uit termen van elasticiteit, verzorger-patiëntrelaties, alchemistische processen, het specifieke domein waarnaar dit onderdeel van de opsomming refereert * en een persoonlijke interpretatie van de verhouding tussen het fenomeen van de ruimtereis en cosmetische hyigëne ter bevordering van de schoonheid.

Op de twee kleine plaatjes ziet men enerzijds de tekening van een vrouw in mijn alchemistische rangorde, wat ik combineerde met een aangepaste kaft van een blotevrouwenblad.

In de eerste kamer bevindt zich ook een plaat die bestaat uit 36 vrouwenfi- guurtjes op tapis-plein. De modellen haalde ik uit het exquis italiaans modeblad Collezioni. De absurde spanning tussen de commentaarteksten en de bijhorende vrouwenbeelden inspireerden mij uitermate. Ook gebruikte ik markante woorden uit het boek Fashion and Perversity, een biografie over Vivienne Westwood.

Het geheel oogt vanzelfsprekend en lachwekkend tegelijkertijd. Het is dan ook een eerbetoon aan Baobo, de obscene heidense godin zonder hoofd die keek door haar tepels en sprak door haar vulva. Haar exuberante dans brengt depressieven en melacholici terug aan het lachen.

Aan Morele Herbewapening liggen er 96 vrouwenafbeeldingen ten grondslag: specimen uit de volgende reeksen: B: vrouw toont borst en kijkt in camera, INT: vrouw half uitgestrekt op stoel in kamer , RUG: rugzicht , C: vrouw naakt met enkel ceintuur , S: vrouw naakt met slip, uittrekkend , R: vrouw naakt met enkel rok , HH: vrouw naakt met hand op borst en vulva , O: vrouw naakt met kleding opengespreid, BB: vrouw toont beide borsten, U: vrouw trekt kleding uit over hoofd. Die koppelde ik aan *termen uit een boek over het vermogen tot interne zelforganisatie in het algemeen, over thermodynamica, over ordening in systemen in toestand van non-equilibri- um, over connectionistische netwerken en over representatie van concepten en associaties.

De tentoonstelling in Zeno X is de uitwerking van mijn eerste luik, nl. het vermogen tot interne ( onzichtbare ) zelforganisatie binnen een open systeem.

Van de eerste 24 vrouwen uit mijn 96 maakte ik een nieuwe interpretatie, in kleuren die hierbij de mentale connotatie van het bijhorende woord uitdrukken. Waardoor het woord uiteindelijk overbodig wordt. Het woord wordt terug temperament. De kleine plexiplaatjes maak ik telkens in een editie van 5 .

In mijn volgende tentoonstellingen zal ik telkens 24 nieuwe vrouwen kleuren, gekoppeld aan een nieuw onderdeel van mijn opsomming.

Voorts is er nog een zesdelig zelfportret te zien en de verzorgende taken van de hoofdzuster repliceerde ik in dikke letters op een zachte ondergrond.

Helemaal achteraan in de tweede ruimte bestaat een kleine interactieve mogelijkheid alle 96 zwart-wit vrouwenbeelden met hun respectievelijk woord aan te klikken. Waarvan men ook een print kan maken.

Het geluidsdecor is samengesteld uit de klank van Morele Herbewapening, opnamen van radiofrequenties, van hedendaagse oost-europese radiozenders en muzakopnamen uit HongKong, en de registratie van een litouws komisch radioprogramma uit de jaren 20.

Piet Mondriaan: “ Kunst zal verdwijnen, als het leven weer in evenwicht komt. “ "

− AMVK. (maart-april1998)