Het tentoonstellingsproject Middle Gate II Het verhaal van Dimpna is een samenwerking tussen het M HKA, Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen, en cultuurcentrum de Werft in Geel. Middle Gate II is het vervolg op de tentoonstelling Middle Gate van Jan Hoet in Geel in 2013. Het concept van de tentoonstelling is nauw verweven met de legende van de heilige Dimpna, de patrones van de bezetenen en geesteszieken, en de beschermheilige tegen epilepsie en krankzinnigheid. De legende van Dimpna is sterk verbonden met de identiteit van de stad Geel, “de barmhartige stede”.

Lili Dujourie

(c)image: M HKA
Effen spiegel van een stille stroom, 1976
Video , 00:13:43

Een kaal, strak interieur omgeeft het beeld van de vrouw in *Effen spiegel van een stille stroom*. Het is pas wanneer de vrouw uit het blikveld verdwijnt, dat duidelijk wordt dat de rechterzijde van het scherm een spiegel is, die de ruimte achter de camera weerspiegelt. De gehele figuur is slechts zichtbaar door de reflectie. De spiegel is een dubbelzinnig motief in de werken van Dujourie. Het verwijst naar misleiding en een gelijktijdige aan- en afwezigheid in relatie tot de blik. Ook is deze spiegel een montagemiddel: het laat toe ruimtes in elkaar te monteren. Zo wordt er in dit werk een extra ruimte gecreëerd, rechts achteraan naast de haard. In een kleine, beperkte ruimte ontstaat op die manier plots een grotere ruimte, die toch binnen de compactheid van het beeld blijft. Lili Dujourie toont een ruimte die zich ontvouwt in de tijd én een personage dat in de ruimte vastzit, zich verveelt, wacht, niet goed weet welke kant het op moet. Aan het eind van *Effen spiegel met een stille stroom* zet Lili Dujourie zich voor de spiegel en steekt een sigaret op. Een moment van ‘reflexieve verveling’ als verrassende epiloog in een werk waarin verder de meeste aandacht naar de verhouding met de ruimte gaat. De kunstenares zegt hierover het volgende: *“Ik denk dat ik behoefte heb aan zo’n storend element, iets miniems dat niet klopt met het scenario en dat de link legt met verveling, met alledaagsheid – en vooral met poëzie.”*