Het tentoonstellingsproject Middle Gate II Het verhaal van Dimpna is een samenwerking tussen het M HKA, Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen, en cultuurcentrum de Werft in Geel. Middle Gate II is het vervolg op de tentoonstelling Middle Gate van Jan Hoet in Geel in 2013. Het concept van de tentoonstelling is nauw verweven met de legende van de heilige Dimpna, de patrones van de bezetenen en geesteszieken, en de beschermheilige tegen epilepsie en krankzinnigheid. De legende van Dimpna is sterk verbonden met de identiteit van de stad Geel, “de barmhartige stede”.

Vadim Fishkin

°1965
Geboren in , RU

De als architect opgeleide Russische kunstenaar Vadim Fishkin (°1965) werkt met basiselementen van techniciteit: projecties, schaduw, geluid, groei en andere interactieve en direct waarneembare situaties − eigenlijk installaties − waarmee hij opmerkelijke connecties maakt tussen wetenschap en kunst.

Tijdens de vroege jaren tachtig sluit hij zich in Moskou aan bij de kunstvereniging World Champions, en gaat hij deel uitmaken van de post conceptuele artistieke scène daar, waarbij hij aansluiting zoekt bij de spirituele en wetenschappelijke wortels van de Russische avant-garde. Zijn onderzoek leidt hem naar Slovenië, waar hij zich meer en meer verdiept in de kosmogonie − een filosofisch-wetenschappelijke studie van het ontstaan van het universum. Veel van Fishkins interventies simuleren sindsdien de vele verborgen verschijnselen uit de natuurwetenschappen. De kunstenaar probeert de processen van de natuur, die meestal buiten onze perceptie blijven, op een inventieve maar uiterst vereenvoudigde manier meetbaar te maken en controleerbaar weer te geven. Het kan daarbij gaan om grote kosmische bewegingen, maar ook om eenvoudige zaken als de “onzichtbare” verplaatsing van een schaduwlijn of de nabootsing van meteorologische verschijnselen aan de hand van bestuurbare geluid-, licht- en videoprojecties.

In 1996 maakt de kunstenaar een lichtinstallatie die aan zijn hart verbonden is waardoor het lichtschijnsel pulseert als een vuurtoren, een ritmische weergave van de variaties van zijn polsslag. Met zijn wetenschappelijke representaties tracht hij telkens het onzichtbare aantoonbaar te maken en op die manier een esoterisch gevoel op te roepen dat het fysieke met het bovennatuurlijke verbindt.

Om de toeschouwer attent te maken op de vele evidenties die dagelijks aan onze aandacht ontsnappen, maakt hij ook installaties die in tegenstelling zijn met zichzelf, zoals de oplichtende gloeilamp waarvan de stekker − duidelijk zichtbaar − niet is aangesloten op het elektriciteitsnet. Of hij plaatst een inktpot onder de lichtbundel van een stroboscoop, maar vervangt het afgeworpen schaduwvlak door dat van een ander object, waardoor er een kortstondig visueel conflict ontstaat. Wat we denken te zien, is bij nader inzien niet wat we zien.