Berlinde De Bruyckere
Spreken [To Speak], 1999-1999
In 1994 introduceerde Berlinde De Bruyckere de menselijke figuur in haar werk in een serie tekeningen van ‘dekenvrouwen’. Na de reeks tekeningen volgden beelden, waaronder Spreken. De sculpturen zijn levensgrote figuren waarvan armen en benen levensecht zijn, terwijl de rest van het lichaam schuilgaat onder de dekens. De lichamen zijn gemodelleerd in was. De dekens vormen een soort van tweede huid, functioneren als een pels. Het zijn beelden waarin de dualiteit van bescherming en verstikking, geborgenheid en benauwdheid, veiligheid en verwarring, leven en dood zit vervat. De dekens verwijzen naar de geborgenheid van de kindertijd, maar tegelijk ook naar actuele beelden van vluchtelingenkampen. Met deze dekenvrouwen introduceert de kunstenares een nieuw archetype: de naakte rechteloze, die zich met een deken tracht te beschermen tegen de blik van de medemens en tegen de natuurelementen. De beelden van De Bruyckere nemen verschillende vormen aan. Dikwijls staan ze alleen, als in gedachten verzonken of als in een wanhopige poging om zich voor vreemde ogen te verbergen [als ik hen niet zie, kunnen ze mij ook niet zien]. Soms benaderen ze elkaar, zoals in *Spreken*, alsof ze steun zoeken bij lotgenoten.