Guy Mees
Vanaf ongeveer 1970 werkte Guy Mees met kleur (stift, pastel) op papier. In latere werken verspreidt de kleur zich steeds vrijer over het vlak en de papieren verliezen hun rechthoekige vorm. De ordening binnen deze werken wordt steeds vrijer en losser. Deze evolutie mondt uit in werken waarin de kunstenaar repen snijdt uit gekleurd papier die vrij of in compositie, als schildersgebaren, tegen de muur of een andere drager worden gespeld. Het criterium voor het uitzoeken van verschillende papiersoorten is de manier waarop ze kleur- en lichtstraling reflecteren. De kunstenaar gebruikt matte, glanzende, halfmatte, metaalachtige papiersoorten, krantenpapier, textiel, soms zelf schildersdoek en aluminiumfolie. Enkel de slagschaduwen geven aan dat het geen geschilderde of gekleefde kleurenbanen zijn. De papiervlakken van verschillende breedte en vorm creëren door de werking van de kleuren tegenover elkaar een illusie van diepte. Vanaf 1983 worden de gedeeltelijk open, uit verschillende knipsels bestaande composities gaandeweg vereenvoudigd tot éénkleurige knipsels.