Jan Cox
“Na de Ilias had Jan Cox plannen een pendant voor de cyclus te schilderen, geïnspireerd op de Toverfluit van Mozart. Na de pijnlijke en hoogdramatische schoonheid van de Ilias wilde hij iets maken rond medelijden en tederheid. De maçonnieke opera van Mozart waar een optimistisch beeld van de mens naar voren wordt gebracht, leende zich hiervoor perfect. Maar na de uitputtingsslag van de Ilias kon hij dit opzet niet voltooien. Hij zou slechts enkele werken realiseren. Het zijn eerder illustraties bij de opera (Papageno) en al schilderend zou zijn onderwerp verglijden naar een meer persoonlijke thematiek.”[1]
[1] Philippe Pirotte in Jan Cox, Snoeck-Ducaju & zoon, Gemeentekrediet, 1996, p.24