Jan Cox
"Ik ben trouwens later nog teruggekomen op die geschiedenis van Judith en Holofernes. Ik spring met die dingen vrij om: ik lees de geschiedenis, tracht ze te begrijpen en geef er een persoonlijke interpretatie aan. Het is een beetje een verhaal à la Samson en Dalila. Er wordt verteld dat de stad Bethulië werd belegerd en gedwongen zou worden zich over te geven, omdat de belegeraar de watertoevoer had afgesneden. De weduwe Judith begeeft zich dan, op haar mooist getooid, naar het legerkamp van de vijand: ze wekt in Holofernes, de generaal, een heftige passie, verleidt hem en als ze ziet dat hij dronken is, slaat ze hem het hoofd af en brengt deze trofee triomfantelijk naar haar volk. De joden die zich door het voorval gesterkt voelden, deden een uitval en dreven de vijand op de vlucht[1]."
[1] J.Florquin, “Jan Cox, 1976”, in : Ten huize van…, n° 17, Davidsfonds, Louvain, 1981, pp. 117-155