Jan Cox
Parallel met de ontwikkeling van de Martelgang, een reeks gebaseerd op de Passie van Christus, formuleert Jan Cox in Gnoothi Se Auton (1980) enige (zelf)kritiek op de artistieke en menselijke hoogmoed. Op een nachtkastje dat dienst doet als sokkel heeft hij een grote schedel in piepschuim aangebracht waarop hij de oude Delfische spreuk “Gnoothi se auton”, wat zoveel als “mens, ken je beperkingen” betekent, heeft geschreven. Naast de wederkerende zoektocht naar het goede en de zoektocht naar vrijheid laat hij ons via de geschilderde witte pijl, een memento mori , beseffen dat we uiteindelijke allemaal zullen sterven. In werken zoals Gnoothi Se Auton (1980) assembleert Jan Cox diverse materialen vol existentiële vertwijfeling en hoop.