Jan Cox
In 1950 publiceert Jan Cox in het tijdschrift Tijd en Mens een artikel over Amerikaanse kunst waarin hij ook werk van Edward Hopper beschrijft. Hopper heeft een diepe indruk op hem nagelaten en inspireert hem tot het schilderij The Movie House.
“Een werkje als ‘New York Movie’ geeft met een akelige echtheid (het smakeloos kleine) de atmosfeer van de halfduistere filmzaal, de dromerige verveling van de bioscoopjuffrouw en een glimp van het illusiedoek.”(Jan Cox, op.cit., 1950, pp.287-288)
Zoals ook Jan Cox het werk zelf beschrijft blijkt onmiddellijk de aparte focus in deze werken. Deze zijn zeer gedetailleerd met sterke lineaire toets.
Ook in Maenade is Cox schatplichtig aan Hopper en zien we geen schetsmatige visioenbeelden, maar een vrouwenbuste, monumentaal gemodelleerd in een rustige, klare lijnvoering. Door de kleur, de bijna geboetseerde behandeling van de gezichtsonderdelen en de uitdrukkingsloze ogen, lijkt het wel een geschilderd beeldhouwwerk, verlevendigd door de juwelen en de bloemenkrans. Hoewel haar plaats enigszins gedefinieerd is binnen de ruimte van het schilderij, is het toch niet duidelijk in welke context men de figuur dient te plaatsen.
In de sculptuur Untitled adapteert Jan Cox opnieuw de motieven uit deze vroegere werken; de trap, het podium, het hoofd van de bioscoopjuffrouw en een glimp van het illusiedoek.