Rebecca Horn
Op basis van de op film gedocumenteerde vroege performances ontwikkelt Rebecca Horn vanaf de late jaren ’70 meer geënsceneerde films, waaronder *Der Eintänzer*, *La Ferdinanda, Sonata für eine Medici-Villa* en *Busters’ Bedroom*. Het zijn bizarre verhalen, vol onverwachte, surrealistisch getinte wendingen. In deze films krijgen de objecten een steeds grotere zelfstandigheid, ze treden als acteurs op naast de levende personages: hamers kloppen uit zichzelf, lege schommels schommelen heen en weer, verenkleden bewegen, tot ze met een onverwacht kracht en gewelddadigheid tot stilstand komen. Levenloze objecten krijgen een menselijke bezieling en mensen worden monsterachtige machines. De gemechaniseerde sculpturen worden beelden van menselijke kwetsbaarheid, onmacht, agressie of verlangen. Omgekeerd verliezen de personages in de films hun intuïtieve en individuele vermogens en gaan in hun geobsedeerd gedrag op machines lijken. Rebecca Horn maakt graag gebruik van symbolisch geladen elementen en materialen als lood, kwik, pluimen, eieren, slangen, elektriciteit en inkt: een iconografie op die doet denken aan alchemisten en tovenaars. Horn verwijst naar de wereld van mythes, sprookjes, bijgeloof, de alchemie én in sterke mate de kunsttraditie. Op grond van nieuwe verbindingen tussen deze bronnen maakt de kunstenares ruimte voor nieuwe betekenissen. Terugkerende motieven zijn energie, emotie, communicatie en erotiek. Haar interesse in transmutatie, het proces van omzetting van de ene soort of staat in de andere keert in al haar films terug.