GEWELD | VIOLENCE
Het lijkt duidelijk dat het geweld bij Dimpna in de staart van haar verhaal zit, in de onthoofdingen en het flikkerende zwaard. Maar eigenlijk, begrijpen we vandaag, zit het in de aanhef, als de koning zijn dochter wil dwingen met hem te trouwen.
Geweld is een kracht van meer dan geringe betekenis die doelbewust wordt uitgeoefend door een of meer personen op anderen, al dan niet met wapens of andere hulpmiddelen. Het betreft elke handeling waardoor opzettelijk en tegen de wil van de getroffene een mens lichamelijk of geestelijk wordt gepijnigd, verwond of gedood, of waardoor op een of andere wijze inbreuk wordt gedaan op de persoonlijke integriteit. Ook seksuele handelingen tegen de wil van de betrokkene, zoals verkrachting, ongewenste fysieke handtastelijkheden of intimidatie, worden publiek steeds helderder als geweld beschouwd.
De Halle, het voormalig stadhuis, is de locatie van het thema ‘Geweld’. Els Dietvorst stelt in haar titelbeeld meteen het hoofdthema centraal vanuit het perspectief van wie het geweld wordt aangedaan. De werkelijkheid bedekt ons met stigmata, onze waarneming en communicatie ermee kwetst ons. De onmiddellijkheid van die ervaring is te zien bij Susana Pilar Delahante Matienzo, Els Dietvorst, Marlene Dumas, Wafae Ahalouch el Keriasti, Michèle Matyn, Liza May Post. Geen van hen zijn ze daarom slachtoffers. Ze veronderstellen en handelen. Dat is expliciet zo bij Vika Begalskaya, die met sekswerkers hun belevenissen in een poppenspel vertaalt, Louise Bourgeois die het geweld van Goliath terugkaatst, Lili Dujourie die zich van object tot subject omvormt, Maryam Najd die de pornografische blik bevraagt, Hugo Roelandt die zichzelf transformeert eerder dan te ondergaan, Anne-Mie Van Kerckhoven die de verbrokkeling tot denken hersmeedt.
Ook het geweld dat maatschappelijke systemen of individuen anderen aandoen wordt gethematiseerd. De Indische kunstenaar NS Harsha die de hedendaagse stedelijkheid letterlijk laat clashen met het platteland, de Georgische kunstenaar Koka Ramishvili documenteert de burgeroorlog vanuit zijn slaapkamerraam. Danny Devos probeert door te dringen tot de beweegredenen van seriemoordenaars. Bij Guillaume Bijl, François Curlet, Nikita Kadan, Bruce Nauman, Artūras Raila, Olga Tobreluts, Wout Vercammen en Barbara Visser, raakt het geweld de kunstenaars en ons, en is het de omgang ermee die ons kan verder brengen.
Geweld is intiem verbonden met macht die niet ethisch wordt ingezet. In het middeleeuwse recht is het de gedeelde eigendom van het slachtoffer en de dader, in essentie waren het de twee partijen die achteraf tot een vergelijk moesten komen over een misdaad. Sinds de verlichting heeft de staat het monopolie op geweld en maakt zij zich sterk de schuldigen te straffen. Maar eigenlijk blijft het een persoonlijke zaak, in eerste instantie altijd door iemand ondergaan, deel van een flow van menselijk handelen, die kan en moet worden gecounterd, zoals Ivan Kožarić doet als hij de energie van de kunst bevrijdt van de macht van zijn kader, simpelweg door te zagen.