Het tentoonstellingsproject Middle Gate II Het verhaal van Dimpna is een samenwerking tussen het M HKA, Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen, en cultuurcentrum de Werft in Geel. Middle Gate II is het vervolg op de tentoonstelling Middle Gate van Jan Hoet in Geel in 2013. Het concept van de tentoonstelling is nauw verweven met de legende van de heilige Dimpna, de patrones van de bezetenen en geesteszieken, en de beschermheilige tegen epilepsie en krankzinnigheid. De legende van Dimpna is sterk verbonden met de identiteit van de stad Geel, “de barmhartige stede”.

SPIRITUALITEIT | SPIRITUALITY

Courtesy of the artist

Dimpna is doorweven met christelijkheid, van haar geheime doop door haar biechtvader en vertrouweling Gerebernus, tot de zorg voor armen en behoeftigen en het kluizenaarsverblijf waarnaar ze emigreert. Ze gaat daarom ook vergezeld van het Boek. Maar eigenlijk zit de spiritualiteit in een kort, standvastig antwoord: ‘neen’.

In de Europese middeleeuwen staat spiritualiteit voor de geestelijke kant van het leven, tegenover de stoffelijke en zintuiglijke kant. Spiritualiteit vertegenwoordigt “de hemelse lichtsfeer tegenover de duistere wereld van de materie”. Spiritualiteit heeft in de breedste zin te maken met zaken die de geest betreffen. Het woord wordt op vele manieren gebruikt en kan zich verbonden voelen met religie of bovennatuurlijke krachten, maar de nadruk ligt op de persoonlijke, innerlijke ervaring. In een strikte betekenis wordt er het bewustzijn mee aangeduid, het menselijke innerlijk zijn dat zijn oorsprong in een goddelijke of andere transcendentie ziet, of in relatie tot een hogere of eindeloos grotere werkelijkheid. De spiritualiteit is een bijzondere, maar niet noodzakelijk confessioneel begrepen levenshouding van een mens die zich op de transcendente waarheid of hoogste werkelijkheid concentreert.

Het is in de Sint-Dimpnakerk, de vertaling in een publiek gebouw van een legende in een mogelijkheid van geloof, dat de hedendaagse kunst voorstellen inbrengt die van die hang van de mens getuigen, om zich deel te voelen van de waarde van een grotere werkelijkheid. Dat gebeurt bij de relieken van Dimpna en Gerebernus, niet enkel de primaire relieken van hun gebeente, maar ook de secundaire van de brokstukken van de sarcofagen waarin de gebeente ooit zouden zijn bewaard, en daarrond weer de dertiende-eeuwse reliekkast met engelen die op haar beurt weer is opgeborgen in het laatgotisch omhulsel met zeven beschilderde panelen met taferelen uit het leven van de heilige.  

Nel Aerts zet met haar enigmatisch titelbeeld meteen de toon voor artistieke ingrepen die ruimte maken. De kern van het lichaam kan als vertrekpunt dienen, zoals bij Dmitry Gutov, Sofie Muller of Johan Tahon, maar ze zoekt ook bredere verbindingen. Het kleinste gebaar bevat het grootste, blijkt bij Edith Dekyndt, Rita McBride of Guy Mees. Kunst kan een focus bieden op essentiële ervaringen en hun zingevingsmogelijkheden, het licht zoals bij Róza El-Hassan en Nazanin Fakoor, kleur zoals bij Alfons Hoppenbrouwers en Philippe Van Snick, hoogte bij Vadim Fishkin, tijd bij Suchan Kinoshita en Jacqueline Mesmaeker, de taal als een ervaring (die het verstand achterlaat en) die voor een bredere zingeving gaat, zoals bij Bia Davou, Evgeny Granilshchikov, Mary Ellen Solt en Where Dogs Run.

Guy Rombouts realiseert voor Middle Gate II een werk dat hij voor de eerste Middle Gate overwoog, een hoedenalfabet. Het is een stil werk geworden, verspreid over de bidstoelen van de kerk, met voor elk van de letters van het alfabet een eigen hoed, gevouwen uit leeg blad papier, ooit bestemd voor het Nieuwsblad van Geel.