WAANZIN | MADNESS
Achter een glazen plaatje hangt een blaadje papier met de tekst *‘Hier een gat maken in de muur om de andere kant te zien’*. Met een kruisje wordt aangeduid waar het gat in de muur gemaakt dient te worden. Dit blaadje papier is slechts de helft van het werk. Wanneer je verder wandelt door de tentoonstellingsruimte vind je, exact aan de achterzijde van deze muur, een tweede blaadje. Hierop staat dezelfde tekst, maar dan in het Frans. Met dit soort uiterst eenvoudige middelen grijpt Joëlle Tuerlinckx in op de architecturale ruimte. Door te verwijzen naar een eenvoudige handeling suggereert ze het verdwijnen van de muur. Die handeling hoeft niet echt uitgevoerd te worden. Wanneer de toeschouwer mee wil gaan in dit idee, ‘verdwijnt’ de muur. De kunstenares wil hiermee aantonen dat de muur enkel een toevallige materiële limiet is. Door minimale acties ondermijnt ze de architectuur van de tentoonstellingsruimte. In vroegere werken maakte ze effectief gaten in de muren van musea. Hier gaat ze nog een stap verder: het suggereren van de handeling is voldoende. Joëlle Tuerlinckx verandert met haar werk de verhouding tussen de tentoonstellingsruimte, het tentoongestelde werk en de toeschouwer. Kunst wordt hier in de meest letterlijke betekenis de bemiddelaar tussen de toeschouwer en de wereld.