WAANZIN | MADNESS
Het latere werk van Cox wordt gekarakteriseerd door uitputtende reflecties over leven en werk die zowel in schilderijen als in neergeschreven dagboeknotities hun weerslag vinden. Werkstukken waarin aspecten van het innerlijke, emotionaliteit en engagement verweven zijn. Niet onverklaarbaar; in deze periode lijdt Cox aan uitputtende manisch-depressieve inzinkingen, gekenmerkt door hevige emotionele opstoten, elkaar afwisselende periodes van opwinding gepaard met hyperactiviteit en zware geestelijke depressies. In 1979 tracht Cox de herinneringen aan zijn vader op papier te zetten, wat resulteert in het manuscript Nagedachtenis aan Hendricus Maria Cox. Het wordt een innige en stille dialoog tussen vader en zoon. In navolging van deze melancholische terugblik is het niet verwonderlijk dat Cox in zijn laatste levensjaren teruggrijpt naar de herinneringen uit zijn kindertijd en deze in een aantal schilderijen verwerkt. In Herinneringen aan mijn kinderjaren zinderen deze en de indrukken die Cox opdeed in de woestijn nabij Arizona nog sterk na.