Middle Gate Geel '13
René Magrittes oeuvre is doorspekt met het thema van ‘la condition humaine’. In de jaren 1930 produceerde hij overigens twee schilderijen onder deze titel. Op beide doeken beeldde hij een ‘schilderij binnen een schilderij’ af: een dualiteit tussen enerzijds het geschilderde beeld en anderzijds de werkelijkheid, terwijl beide lijken samen te vallen. Hiermee trachtte hij gestalte te geven aan het grote vraagstuk van het ‘werkelijkheidsbesef’: de mens kent een zelfbewustzijn, en toch vormt hij hier geen vertegenwoordiging van. Tijd en ruimte markeren bij Magritte de afstand tussen beeld en werkelijkheid, maar tegelijk ook tussen het reële en het fictieve. Zo zijn Magrittes landschappen in feite luchtspiegelingen, terwijl de kijker de realiteit erin gelooft en aanvaardt – hij bevindt zich dus veel verder af van de werkelijkheid dan hij zelf meent.
De fascinatie van de kunstenaar voor dit denkproces krijgt op bijzondere manier gestalte in de tekening uit een publicatie van Les Chants de Maldoror (1968-1969), een lang prozagedicht geschreven door Comte de Lautréamont tijdens de tweede helft van de 19e eeuw. Tijdens de 20ste eeuw bejubelden veel surrealisten (zoals Salvador Dalí, André Breton, Antonin Artaud, Max Ernst) dit prozagedicht omwille van de ontregelende werking van de poëzie en het effect ervan op de zintuigen. Het gedicht heeft ook veel invloed gehad op het (Franse) symbolisme (bijvoorbeeld: Odilon Redon) en dadaïsme.
In deze tekening zien we Magritte met een vluchtige en experimentele pen aan het werk, een techniek die nog veel nadrukkelijker zijn virtuositeit laat zien dan zijn beheerste schilderijen. Daarnaast toont de tekening ons uitdrukkelijk één van zijn meest favoriete thema’s, namelijk: de verbinding van mysterie (bijvoorbeeld: inspiratie, psyché) en dagelijkse werkelijkheid (bijvoorbeeld: het schrijven met een pen).
René Magritte over mysterie en inspiratie:
“Inspiratie is een uitzonderlijk moment waarop wij waarlijk in de wereld staan en daarmee een eenheid vormen. Men krijgt geen inspiratie door willekeurige dingen op een willekeurige manier naast elkaar te zetten: de inspiratie komt op wanneer wij hetgeen de wereld ons biedt bijeenbrengen in een orde die het mysterie oproept, dat de absolute voorwaarde is voor het denken en voor de wereld.”
(R. Magritte in een brief aan P. Demarne 12 mei 1961)