Het tentoonstellingsproject Middle Gate II Het verhaal van Dimpna is een samenwerking tussen het M HKA, Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen, en cultuurcentrum de Werft in Geel. Middle Gate II is het vervolg op de tentoonstelling Middle Gate van Jan Hoet in Geel in 2013. Het concept van de tentoonstelling is nauw verweven met de legende van de heilige Dimpna, de patrones van de bezetenen en geesteszieken, en de beschermheilige tegen epilepsie en krankzinnigheid. De legende van Dimpna is sterk verbonden met de identiteit van de stad Geel, “de barmhartige stede”.

André Cadere

°1934 †1978
Geboren in , PL
Overleden in Paris, FR

André (of Andrei) Cadere (1934-1978) wordt geboren in Polen maar groeit op in Roemenië. Tijdens de jaren zestig en zeventig ontpopt hij zich tot een invloedrijk kunstenaar die voornamelijk vanuit Frankrijk kleur geeft aan de internationale kunstscene.

Zijn werk situeert zich bewust aan de rand van de kunstruimte, het is  strategisch perifeer zeg maar. Het is zowel conceptueel als concreet; tegelijk afgebakend en minimalistisch, maar ook eindeloos en ongrijpbaar als een spiritueel perpetuum. Cadere bestookt de artistieke goegemeente met een houten meetinstrument als mentale referentie om als het ware “de maat te nemen” van de traditionele artistieke realiteit. Zijn bizarre houtstaaf − gangbaar “barre de bois” genoemd − bestaat uit beschilderde eenheden met een lengte die gelijk is aan de diameter. De afzonderlijke segmenten zijn gerangschikt in een systematische logische volgorde, met een keuze uit de hoofdkleuren van het lichtspectrum, plus zwart en wit. De kunstenaar noemt zijn kleurstaven ‘eindeloze schilderijen’. Ze zijn te vergelijken met de ‘eindeloze kolom’ van Brancussi maar ook met de strepen van Daniel Buren, want Cadere zet zijn werk in voor een radicale vorm van wat ‘institutionele kritiek’ wordt genoemd.

Ongevraagd duikt Cadere er mee op in tentoonstellingen van andere kunstenaars − wat hem veelal niet in dank wordt afgenomen. Hij infiltreert parasitair in galerieën en musea, verbergt er zijn gekleurde houtstaven, en kondigt de presentatie van zijn werk aan parallel met een tentoonstelling of opening van een andere kunstenaar, waardoor een opening telkens meteen zijn opening wordt. Al vlug wordt hij een herkenbaar silhouet bij vernissages, die met zijn ronde barre de bois een nieuwe dimensie aan het klassieke kunstdiscours wil toevoegen, namelijk die van een artistieke meditatie en zelfbevraging − zoals de kralen van een gebedssnoer − maar ook die van de seriële uitdaging die de toeschouwers ertoe moet aanzetten een poging te ondernemen om een achterliggende logica te reconstrueren.

De barre de bois is geen artistiek instrument dat louter bekeken wil worden;  het sluit aan bij de opkomst van de semiotiek, het zet aan tot een denken over hoe betekenis functioneert en aangegeven kan worden, het object fungeert daarbij als een doorverwijzing naar iets anders. Uiteindelijk vervaardigt Cadere talloze varianten van zijn bijzondere maatstaf, in verschillende materialen en verhoudingen. Het achterliggende idee blijft hetzelfde, wat de koppige kracht van zijn ongevraagde interventie alleen maar bevestigt.