Het tentoonstellingsproject Middle Gate II Het verhaal van Dimpna is een samenwerking tussen het M HKA, Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen, en cultuurcentrum de Werft in Geel. Middle Gate II is het vervolg op de tentoonstelling Middle Gate van Jan Hoet in Geel in 2013. Het concept van de tentoonstelling is nauw verweven met de legende van de heilige Dimpna, de patrones van de bezetenen en geesteszieken, en de beschermheilige tegen epilepsie en krankzinnigheid. De legende van Dimpna is sterk verbonden met de identiteit van de stad Geel, “de barmhartige stede”.

Jan Van Oost

°1961
Geboren in Deinze, BE
Leeft in Ghent, BE

De beeldend kunstenaar Jan Van Oost (°1961) woont en werkt afwisselend in Gent en Toscane. Sinds halfweg de jaren tachtig van de vorige eeuw maakt hij tekeningen, schilderijen, sculpturen en installaties waarbij verleiding en vergankelijkheid de weerkerende sleutelbegrippen zijn.

Het geheel van zijn oeuvre is een symbolische interpretatie van het menselijk bestaan, dat hij oproept aan de hand van herkenbare objecten met een specifieke gevoelsuitdrukking: een doodskist, een skelet, een kinderhoofd, een gesluierd vrouwenlichaam. De uitdrukking van zijn beelden gaat steeds in open dialoog met de kijker, die uitgedaagd wordt om eigen angsten en emoties onder ogen te zien.

Zijn keuze voor resistente, edele materialen als goud, zilver en marmer staat in scherp contrast met de kwetsbaarheid die hij wil blootleggen. De notie van het einde van het leven is een centraal gegeven in zijn werk, samen met het ritueel van het lijden, als een waarschuwing voor onze sterfelijkheid. Naast doodskoppen en torso’s is ook de beeltenis van de vrouw nadrukkelijk aanwezig in zijn oeuvre.

De omvangrijke serie The Baudelaire Cycle uit 2001 bevat honderden tekeningen van het vrouwelijk lichaam op de meest uiteenlopende wijze − naakt, anatomisch, vluchtig, gefragmenteerd − waardoor de meest tegenstrijdige menselijke emoties geëvoceerd worden. Ook Zonder Titel uit 1993 toont dit spel van aantrekken en afstoten op basis van de spanning tussen eros en thanatos. Een in zwart gehulde mannequin zit ineengedoken in de hoek van een kamer, het gezicht verborgen achter lang zwart haar. De houding van de levensechte sculptuur roept associaties op met isolement, verdriet en wanhoop. Het personage heeft zich duidelijk afgekeerd en van de wereld afgesloten, toch blijven we er nieuwsgierig naar kijken. De kunstenaar destabiliseert onze kijk op het lichaam en zijn intieme tragedie. Van Oost maakt empathisch gestileerd werk over het lot van de mens.