Het tentoonstellingsproject Middle Gate II Het verhaal van Dimpna is een samenwerking tussen het M HKA, Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen, en cultuurcentrum de Werft in Geel. Middle Gate II is het vervolg op de tentoonstelling Middle Gate van Jan Hoet in Geel in 2013. Het concept van de tentoonstelling is nauw verweven met de legende van de heilige Dimpna, de patrones van de bezetenen en geesteszieken, en de beschermheilige tegen epilepsie en krankzinnigheid. De legende van Dimpna is sterk verbonden met de identiteit van de stad Geel, “de barmhartige stede”.

Vika Begalska

°1965
Geboren in Dnipro, UA
Werkt in Moscow, RU

Victoria Begalskaya (°1965) is afkomstig uit Dnepropetrovsk in Oekraïne waar ze afstudeert aan de Academie voor Kunst en Design in Kharkov. Inmiddels werkt ze vanuit Moskou als schilder en videokunstenares.

In haar films parodieert ze herkenbare situaties uit het dagelijks leven in Rusland en Oekraïne, zoals militaire parades, waaraan ze met afwijkende muziek en dito mimiek een ironische dimensie geeft. Met haar spottend-folkloristische montages geeft ze de toeschouwer een genadeloos zicht op de sociale realiteit in het post-Sovjet tijdperk.

In 2014 zet ze een gezamenlijk project met op met Aleksandr Vilkin, Marina Denisova, Sergey Potapov, Karina Katwoman Dulina en Baretta, (Teresa Creative Union of Sex-Workers and Artists) straatprostituees uit Leningrad, waarmee ze de ‘creatieve vakbond van sekswerkers en kunstenaars’ vormt. Samen ontwikkelen ze een poppentheater met kartonnen figuren, schilderijen en objecten, waarin de ervaringen tussen de sekswerkers en hun cliënten op scène worden gezet, vormgeving waardoor de tragiek van het thema steeds tussen moraliteit en vrolijke losbandigheid balanceert. De melancholie die erin vervat zit maakt de harde realiteit bijna aanvaardbaar. De video is geen activistisch protest tegen de mannelijke dominantie, maar veeleer een “ernstige” parodie die gezien kan worden als een kritiek op deze kritiek. De video getuigt van lef en van trots, en toont aan dat de opgevoerde prostituees de controle over hun bestaan duidelijk niet verloren zijn.