Het tentoonstellingsproject Middle Gate II Het verhaal van Dimpna is een samenwerking tussen het M HKA, Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen, en cultuurcentrum de Werft in Geel. Middle Gate II is het vervolg op de tentoonstelling Middle Gate van Jan Hoet in Geel in 2013. Het concept van de tentoonstelling is nauw verweven met de legende van de heilige Dimpna, de patrones van de bezetenen en geesteszieken, en de beschermheilige tegen epilepsie en krankzinnigheid. De legende van Dimpna is sterk verbonden met de identiteit van de stad Geel, “de barmhartige stede”.

INLEIDING & E-pub

Consulteer hier de e-publicatie als PDF: Middle Gate II - Het verhaal van Dimpna

Consulteer hier de e-publicatie als E-Pub: Middle Gate II - Het verhaal van Dimpna

Met de tentoonstelling Middle Gate keerde Jan Hoet terug naar zijn oorsprong. Hiermee kondigde hij aan door de middelste poort te willen vertrekken. In 2013 deed hij dit ook met een tentoonstelling die de capaciteit van kunst activeerde en onmiddellijk een meerwaarde bood aan zowel mens als maatschappij.

Middle Gate getuigde van een liefde voor kunst – door effectief te vertrekken van kunstwerken die om hun intensiteit gekozen waren – en van een hoge ongedwongenheid. Dit vertaalde zich ook organisatorisch, met de capaciteit van het zoeken naar oplossingen als blijvend alternatief voor een in geld vertaalde werking, gebaseerd op professionele, markt- en marketingmechanismen. De tentoonstellingen Sint-Jan, in de Gentse Sint-Baafskathedraal en de onafgewerkte De Zee, beide gecureerd door Jan Hoet, vormden samen met Middle Gate een trilogie van uitzonderlijke tentoonstellingen die getuigden van een vreugdevol engagement voor kunst, wars van systeemdwang.

Dat mag worden onthouden. Vlaanderen is in de tweede helft van de twintigste eeuw een hartland van de internationale hedendaagse beeldende kunst geweest, zij het op een wat kreupele manier, met fenomenale en dwarse kunstenaars, legendarische verzamelaars, kleine zelfstandige-galerieën en, wat publieke instellingen betreft, manke, ondergefinancierde aanzetten.

We mogen niet vergeten dat hier grensverleggende tentoonstellingen werden gemaakt. Te beginnen met de tentoonstellingen in G58/Hessenhuis, en recenter, het traject van Catherine de Zegher dat uitmondde in Inside the Visible, Laboratorium van Barbara Vanderlinden en HUObrist, Troublespot Painting van Luc Tuymans en Narcisse Tordoir, of de start van het Animisme-project van Anselm Franke. Maar centraal staat toch de figuur van Jan Hoet, die de idee van wat tentoonstellingen kunnen zijn, veranderde met Chambres d’Amis. Eerder had hij al gezorgd voor grensverleggende overzichten zoals Inzicht/overzicht of Kunst in Europa na 68. Na Chambres d’ Amis zou hij nog Documenta IX maken.

Laat ons in dit overzicht ook Middle Gate blijven meenemen. Voor de bijzondere, kleine stad die Geel is, is het een mooie ambitie om dat te doen. Vijf jaar na Middle Gate maken we daarom, naar beste kunstvrucht en vermogen, wat men in filmtermen een ‘sequel’ noemt. Eigenlijk is het een ‘prequel’, want we gaan terug naar de oorsprong van dat verhaal van kunst, mythe en waanzin dat Jan Hoet in Geel heractiveerde: de legende van Dimpna, de heilige die hier vereerd wordt en wiens cultus van Geel een ‘barmhartige stede’ maakte.

Het viel ons op hoe verbazend actueel het verhaal van Dimpna is: de koningsdochter die gedwongen werd Ierland te verlaten omdat haar vader haar dwong met hem naar bed te gaan, na het overlijden van haar moeder. Te huwen, noemt het verhaal het. Geweld, migratie, en het waanzinnige einde: de vader die Dimpna persoonlijk onthoofdt als ze blijft weigeren. Wat is hier de rol van het geloof waarvoor ze volgens de legende weigerde, vluchtte en uiteindelijk stierf? Is het een startpunt van het verhaal – eerste act, de heldin wordt christelijk –, is het de kern ervan – Dimpna staat symbool voor een eigen zijnswijze en een eigen relatie tot de wereld – of is het enkel de omzwachteling van de verschrikking die uit het hele verhaal spreekt, een manier van collectief om te gaan met die waanzin?

De legende van de heilige Dimpna, de Ierse koningsdochter met een levensloop die leest als een roman, zet aan tot reflectie. Het is een aangrijpend en actueel verhaal over incestgevaar, vlucht en doodslag. Hoe reageren we als we geconfronteerd worden met iets onmogelijks, ook als dat onmogelijke zich binnen onszelf bevindt? Hoe gaan we om met wanen, in en rondom ons, met geweld en met de nietigheid van ons bestaan?

Misschien is dat het gelukkigste moment in het verhaal van Dimpna, het moment na haar marteldood waarop een gemeenschap zich haar verhaal toe-eigent en er vorm aan geeft. Na al de waanzin en het geweld worden de relieken overgebracht naar Geel, waar de gemeenschap er een kerk rond bouwt, niet enkel om de mogelijkheid van spiritualiteit collectief een plaats te geven, maar ook met de bedoeling die om te zetten in menselijkheid en mededogen en om te gaan met de waanzin.

Middle Gate II – Het verhaal van Dimpna zoekt de mogelijkheid om dit verhaal te actualiseren. De legende wordt naar vier thema’s vertaald, waarrond telkens kunstwerken worden verzameld die een dialoog met dit thema mogelijk lijken te maken, die iets kunnen bijbrengen.

Eenduidig is die relatie niet. Het werk De verdamping van de grondwet van het collectief Where Dogs Run uit Jekaterinenburg, had logischerwijs bij het thema ‘Geweld’ kunnen passen, in de Halle, het voormalige stadhuis, want is er iets dat meer geweld in de wereld brengt dan de aftakeling van de rechtstaat die overal in de wereld aan de gang is? Het had een metafoor kunnen zijn bij ‘Waanzin’, de tekst en al het vaststaande die verdampen. De plaatsing ervan onder de hoofding ‘Spiritualiteit’ is een voluntaristische keuze; ook als de grondwet verdampt, blijft er iets in de lucht hangen, de zingeving waaruit de grondwet voortkwam.

Bart De Baere en Leen De Backer