Alfons Hoppenbrouwers
Het leven en werk van Alfons Hoppenbrouwers (1930-2001), lid van de congregatie van de Broeders van de Christelijke Scholen, wordt gekenmerkt door een grote maatschappelijke en pedagogische betrokkenheid die steeds aan een artistieke en cultuurgebonden visie gekoppeld waren.
Naast architect, docent en medeoprichter van het Sint-Lukasarchief is hij ook abstract schilder. Als architect sluit hij aan bij het modernisme en het constructivisme, beïnvloed door het werk van Le Corbusier en de Nederlandse kunstbeweging De Stijl. Hij wordt tot het “brutalisme” gerekend vanwege zijn opvallend gebruik van beton- en glasconstructies als drager voor de uiterlijke vormgeving, die ondergeschikt wordt gemaakt aan de functionele vereisten van het interieur.
Als beeldend kunstenaar werkt hij vaak met abstracte opposities − figuur versus achtergrond − en cognitieve opstellingen van ingewikkelde wiskundige berekeningen. Deze abstract-geometrische acrylschilderijen - ruim 600 in totaal - zijn gebaseerd op getallenverhoudingen en -reeksen, geïnspireerd op de muziek van Bach. De reeks doeken onder de noemer Die Kunst der fuge - BWV 1080 bestaat net als het gelijknamige werk van Bach uit canons en contrapuntcomposities, waarmee de kunstenaar het belang van wiskundige patronen wil aantonen; niet alleen in partituren en architectonische berekeningen, maar ook op doek.