Het tentoonstellingsproject Middle Gate II Het verhaal van Dimpna is een samenwerking tussen het M HKA, Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen, en cultuurcentrum de Werft in Geel. Middle Gate II is het vervolg op de tentoonstelling Middle Gate van Jan Hoet in Geel in 2013. Het concept van de tentoonstelling is nauw verweven met de legende van de heilige Dimpna, de patrones van de bezetenen en geesteszieken, en de beschermheilige tegen epilepsie en krankzinnigheid. De legende van Dimpna is sterk verbonden met de identiteit van de stad Geel, “de barmhartige stede”.

Guillaume Bijl

°1946 †2025
Geboren in Antwerp, BE
Overleden in Antwerp, BE

Guillaume Bijl staat bekend om zijn grootschalige installaties en visueel realisme. Sinds eind jaren 70 creëert Bijl realistische decors met gevonden voorwerpen. Daarmee speelde hij een pioniersrol in de heropleving van het ready-made-principe. Bijl toont het publiek verschillende aspecten van onze westerse ‘beschaving’ en consumptiemaatschappij. Met behulp van extreme stereotypen bouwt hij een soort ‘archeologie van onze tijd’ op — op tragikomische en vervreemdende wijze.

Na een zoektocht naar een vorm van expressie die betrokkenheid van het publiek mogelijk zou maken, begon de jonge, autodidactische kunstenaar Guillaume Bijl in de jaren zeventig met het maken van projecten op papier (‘Project Pleasures’). De belangrijkste reeks bestond uit negen ‘Treatments’. Deze reeks belicht maatschappelijke determinaties en fenomenen zoals de kerk, het leger, het onderwijssysteem, de vakantie-industrie, seks, de zakenwereld of het dagelijkse bestaan van arbeiders. In deze voorstellingen op papier tekent Bijl een parcours uit, vergezeld van een stappenplan, dat de bezoeker van ruimte tot ruimte gidst langs het levenspad van bijvoorbeeld een soldaat. Deze projecten vormen de visuele en inhoudelijke basis van zijn latere oeuvre.

In 1979 realiseert Guillaume Bijl zijn eerste installatie Autorijschool Z in Ruimte Z, een kunstenaarsgalerie in Antwerpen. De kunstenaar toont wat eigenlijk niet had mogen gebeuren: de galerie wordt omgevormd tot een alledaagse commerciële instelling — een rijschool. In dit levensechte decor voorzag de kunstenaar stoelen en banken voor de studenten, een schoolbord, didactische panelen met verkeersborden, een motormodel... In deze eerste installatie zijn reeds drie elementen te herkennen die typerend zullen blijven voor zijn hele oeuvre. Ten eerste is er het spel tussen fictie en realiteit, dat leidt tot een gevoel van vervreemding of verwarring bij de toeschouwer, veroorzaakt door de ingreep van de kunstenaar. Ten tweede levert Bijl kritiek op een hedendaags maatschappelijk fenomeen. En tot slot zorgt het feit dat de installatie zich in een kunstcontext bevindt ervoor dat elk object wordt omgevormd tot een sculptuur en visueel beeld.

Deze rijschool was de eerste in een reeks transformatie-installaties, die zouden uitgroeien tot een visueel epos van maatschappelijke verschijnselen. In tal van musea en galerieën realiseerde Bijl installaties zoals een Fall-out Shelter (Luik, 1985), een Schietkraam (Eindhoven, 1985), een Caravan Show (Grenoble, 1989), een Supermarkt (Tate Liverpool, Frankfurt, Basel), een Luchthaven Basel (1986), een Futonwinkel (New York, 1989), een Pruikenwinkel (Brussel, 2012), een hondentrimsalon (Zürich, 2016), enzovoort.

Naast deze transformatie-installaties onderscheidt men vijf andere types werken in het oeuvre van Bijl. De namen van deze types vormen tegelijk ook de titels van de werken. Soms wordt er bij de opening een Tableau Vivant of performance opgevoerd.

In zijn situatie-installaties creëert Bijl fictie in de realiteit, meestal in de openbare ruimte. Zo bevestigde hij in 1995 tijdens Documenta 9 in Kassel opgezette vogels op daken en lantaarns.

Zijn Composities, vaak Composition Trouvée genoemd, zijn fragmenten uit de werkelijkheid: objecten die lijken weggehaald uit een antiquariaat of een cadeauwinkel. Deze vaak kitscherig ogende werken zijn kleinschaliger en altijd zorgvuldig samengesteld.

De Sorry-werken kunnen verschillende vormen aannemen. Het zijn composities of installaties met een absurd element, waardoor ze uit de werkelijkheid vallen en het surrealistische benaderen. Een mooi voorbeeld is een vogelnestje waarin zich één rode en twee witte biljartballen bevinden — een bizarre stilleven.

Met het thema Cultural Tourism creëert Bijl installaties die inzoomen op banale musea en massatoerisme, zoals bijvoorbeeld in Roman Road (Middelheimmuseum, 1994) of de installatie Lederhosen Museum (Graz, 1997).