Tinka Pittoors
Als beeldend kunstenaar beschouwt Tinka Pittoors (°1977) haar ruimtelijke omgeving − de natuur, de wereld om haar heen en bij uitbreiding de hele mensheid − als haar artistieke habitat en onuitputtelijke inspiratiebron.
Ze vertrekt vaak van basistegenstellingen; tussen het innerlijke en het uiterlijke, tussen orde en chaos, tussen kracht en machteloosheid, en ze werkt uitgesproken organisch, vanuit een gevoel van kosmische verbondenheid tussen vorm, materie en inhoud. Soms leidt die verbondenheid zelfs tot versmelting, als wortels die verstrengelen of atomen die elkaar aantrekken en een cluster vormen.
Haar oeuvre is even kleurrijk als bevreemdend, en soms moeilijk te duiden. Achter de schijnbare eenvoud van haar sculpturen en installaties gaat een zorgvuldig geconstrueerd bouwplan schuil dat geïnspireerd is door de utopie van een maakbare wereld. Het lijkt alsof de kunstenares besloten heeft een parallel universum te bouwen met alle voorwerpen en levensvormen uit het dagelijks leven, maar dan getransformeerd tot nieuwe entiteiten. Macht, dominantie, en het principe van het recht van de sterkste worden heel even buiten spel gezet; de kunstenares opteert voor een imaginaire en kleurrijke samenhorigheid die misschien nog het best kan worden samengevat door de contradictie tussen ernstig en gestoord. Waar een herkenbaar materiaal aansluiting lijkt te zoeken bij de werkelijkheid, zorgt de vorm voor verwarring, en vice versa.
Zonder zich af te vragen of haar universum leefbaar of bewoonbaar is, bouwt ze steeds verder aan haar afwijkend Utopia, dat wemelt van levenslust en lef. Het is niet duidelijk of de kunstenares op zoek is naar een betere wereld, in elk geval wel een andere.