Het tentoonstellingsproject Middle Gate II Het verhaal van Dimpna is een samenwerking tussen het M HKA, Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen, en cultuurcentrum de Werft in Geel. Middle Gate II is het vervolg op de tentoonstelling Middle Gate van Jan Hoet in Geel in 2013. Het concept van de tentoonstelling is nauw verweven met de legende van de heilige Dimpna, de patrones van de bezetenen en geesteszieken, en de beschermheilige tegen epilepsie en krankzinnigheid. De legende van Dimpna is sterk verbonden met de identiteit van de stad Geel, “de barmhartige stede”.

Johan Tahon

°1965

Als beeldend kunstenaar wordt Johan Tahon (°1965) gedreven door vragen naar de zingeving van zijn bestaan. Die noodzaak om de dagelijkse werkelijkheid te overstijgen streeft naar een niveau dat aansluit bij de Jungiaanse idee van archetypen. De kunstenaar is niet enkel een vakman maar zet beelden in de wereld die ontstaan vanuit zijn innerlijke verbondenheid met de materie. Die verbondenheid is fluïde en ontastbaar; enkel waar te nemen zoals onverklaarbaar geestescontact tussen mensen of een spiritueel aanvoelen van onontkoombaarheden. De queeste van Tahon is de zoektocht naar een verborgen mystieke waarheid die zichtbaar wordt in de kwetsbaarheid van zijn beelden.

De kunstenaar gelooft dat het goddelijke in de mens uitdrukkelijk niet te vinden is in (of met) de ratio, maar in het sensitieve, het lichamelijke en het intuïtieve. Hij gebruikt zijn atelier als een tempel voor de geest en een werkplaats voor het lichaam, dat telkens opnieuw de strijd aangaat met de materie; niet in de eerste plaats om schoonheid te scheppen, maar om het onverklaarbare tot uitdrukking te brengen en verbinding te maken met een diepere vorm van bewustzijn.

De sculpturen van Tahon nemen diverse vormen en formaten aan, met bijvoorbeeld betraande witte hoofden met een herkenbaar figuratief aangezicht, klaar om in stille dialoog te treden, maar met lijf en leden die vormelijke abstracties zijn gebleven. Deze beelden zijn in zekere zin nooit af en al zeker niet volmaakt. Ze zijn de samenvatting van de tragische schoonheid van het bestaan, het besef dat er altijd iets ontbreekt, dat de zoektocht nooit eindigt, en dat het universum zo veel verborgen houdt dat de nietigheid van de mens het enige is wat overblijft. Hoe beladen de geest van zijn oeuvre ook mag klinken, in werkelijkheid is bij Tahon alles vederlicht. Er is geen woede of wanhoop, geen geschreeuw en al zeker geen pose. Zijn ambachtelijke arbeid is gestoeld op inzicht en aanvaarding, al leidt dit soms tot beelden die uit elke porie lijken te wenen.