Het tentoonstellingsproject Middle Gate II Het verhaal van Dimpna is een samenwerking tussen het M HKA, Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen, en cultuurcentrum de Werft in Geel. Middle Gate II is het vervolg op de tentoonstelling Middle Gate van Jan Hoet in Geel in 2013. Het concept van de tentoonstelling is nauw verweven met de legende van de heilige Dimpna, de patrones van de bezetenen en geesteszieken, en de beschermheilige tegen epilepsie en krankzinnigheid. De legende van Dimpna is sterk verbonden met de identiteit van de stad Geel, “de barmhartige stede”.

Nikita Kadan / Нікіта Кадан

°1982
Leeft in Kyiv, UA
Geboren in Kyiv, UA

Nikita Kadan: het kloppende hart van de geschiedenis (dwarsdoorsnede)

Nikita Kadan begon een artistieke queeste vanuit zijn geboortestad Kiev om de bewogen en gewelddadige geschiedenis van zijn volk, zijn land, en bij uitbreiding de hele voormalige Sovjet-Unie in kaart te brengen. Kadan volgde monumentale schilderkunst aan de National Academy of Fine Art in Kiev, en werkt momenteel grensoverschrijdend en interdisciplinair. Hij tekent, beeldhouwt, schildert en maakt installaties - vaak in samenwerking met architecten, mensenrechtenactivisten en sociologen - en focust op de slagschaduw die het verleden op de hedendaagse tijd achterlaat. Hoewel er vaak geen spatje bloed in zijn werk te bespeuren valt, brengt hij alle vormen van onderdrukking, foltering en andere uitwassen van misplaats patriottisme in beeld.

Nikita Kadan is één van de Oekraïense kunstenaars die verschenen in de kunstwereld in de nasleep van de Oranje Revolutie in 2004. Dit historische moment bepaalde voor een groot deel zijn artistieke praktijk, waarin reflectie op zijn eigen positie in de sociale en politieke omgeving, betrokkenheid bij maatschappelijke processen en een bewustwording van zijn eigen politieke en historische verantwoordelijkheid belangrijke onderdelen zijn. In tegenstelling tot de vorige generatie kunstenaars, die vooral gericht waren op de esthetisering van het onderbewuste, appelleert Kadans werk aan de bewuste positie van een burger in de samenleving en roept het op tot actie.

Ondanks de politieke lading van zijn werk is Kadan een estheet in de klassieke betekenis van het woord. In zijn tekeningen etaleert hij een fascinatie voor menselijke gedaantes en anatomische afbeeldingen. Ze evoceren de prenten uit medische handboeken uit vervlogen tijden. Kadan daarentegen, plaatst ze in de macabere context van verminking, foltering, pijn en sadisme. Deze tekeningen – op het randje van surrealisme, soms bijna grotesk – zijn bevreemdende collages van lichaamsdelen, organische structuren of verwrongen gezichten, met af en toe op de achtergrond het neergehaalde standbeeld van een staatshoofd of een stel afgedankte rupsbanden. Het geheel oogt niet eens morbide of destructief; de tekeningen zijn oordeelkundig ingekleurd met aquarel. Ze zijn mooi, verzorgd, en daardoor doen ze pijn.

Wat ook pijn doet, is de verzameling witte borden – onschuldig hotelporselein – die hij in 2015 liet bedrukken met zwarte pentekeningen van alle mogelijke manieren om iemand te martelen: van duimen aanschroeven, vingers breken, tot het bewerken van de erogene zones. De reeks heet Procedure Room en verwijst naar de zgn. ‘dokterskabinetten’ waarin, onder het mom van wetenschappelijke experimenten, gruwelijke folteringen uitgevoerd werden. Het zijn slechts ‘eerste’ schetsjes, schrijnend in al hun eenvoud. Het sarcasme schuilt in de ouderwetse doortastendheid die hij op een lollige manier zichtbaar maakt. ‘The doctor knows what he is doing. It’s all for our own good’, luidt het commentaar.

Om deze en andere gruwel uit het verleden weer te geven, baseert de kunstenaar zich niet alleen op historische afbeeldingen, medische handboeken en foto’s (die hij vaak opnieuw schildert of overschildert), hij plukt ook beelden uit de actualiteit. Het geeft het begrip ‘folteren’ een bredere, maatschappelijke lading. Naast marteling die gericht is op onmiddellijke fysieke pijn, bestaat er ook een indirecte vorm, die hoofdzakelijk vrouwen treft: op straat in de vrieskou een ganse dag rechtop staan in de hoop wat voedsel te verkopen – het is de gebruikelijke manier van overleven in vele Oekraïense steden, ook in Kiev.

Kadan toont dat de gruwel uit het verleden nog steeds zichtbaar en voelbaar is in het huidige, alledaagse leven. Niet alleen toont hij hoezeer hij zelf worstelt met cultuur, afkomst en patriottisme, maar ook hoe de nefaste gevolgen van het misbruik ervan nog steeds levensbepalend zijn. Dit verklaart zijn engagement om als kunstenaar actief aanwezig te zijn in de samenleving, met monumentale muurtekeningen en kritische installaties: een afgebrokkeld mausoleum en een sloppenwijk met slecht onderhouden moestuintjes.

Kadan lijkt nergens een mening te willen doordrukken. Hij spot niet en hij oordeelt niet. Hij toont het verleden zoals het was en het heden zoals hij het ziet. Pijnlijk en gruwelijk. Gruwel en pijn zijn van alle tijden. Hierin schuilt het barbaarse karakter van een menselijkheid waaruit lessen te trekken vallen. Zonder spijt, noch weemoed toont hij de geschiedenis van wat was - en van wat misschien niet had moeten zijn. Het is de geschiedenis waar we allemaal deel van uitmaken.

In 2015 culmineert hij zijn onderzoek naar herkomst en geschiedenis in het beeld Guilt. Het is een ‘blinde’ vlag die wappert - het nationalistische symbool bij uitstek, maar ditmaal is het een lege, onherkenbare en anonieme vlag. En vooral: ze wappert niet echt. Het is een sierlijk stuk geplooid metaal, onbuigzaam en bewegingloos, met roestvlekken, lasnaden en deuken. Het is een vlag die heeft afgezien. Het is de vlag van het Niemandsland.

Kadan was aanvankelijk lid van de Oekraïense kunstenaarsgroep R.E.P. (Revolutionary Experimental Space), die ontstond tijdens de Oranje Revolutie in Kiev in 2004. Verder is hij sinds 2008 lid van de curatoriële groep Khudrada. Sinds 2016 is hij lid van de redactie van Prostory, een online publicatie van artistieke en maatschappijkritiek. Kadan vertegenwoordigde Oekraïne op de Biënnale van Venetië in 2015. In 2019 was hij de curator van de tentoonstellingenreeks Gestures of Attitude in het Kyiv Art Museum (naar een notie van Yosyp Buhanchuk, kunstcriticus en verzamelaar die het museum opende in 1974). Hij ontving ook verschillende prijzen, waaronder de eerste prijs van het PinchukArtCentre in 2011, de Special Future Generation Art Prize in 2014 en de Kazimir Malevich-prijs in 2016. Verder was hij ook laureaat van de Taras Shevchenko National Prize of Ukraine in 2022.

Zijn werken bevinden zich momenteel in collecties van de Pinakothek in München (Pinakothek der Moderne), het M HKA Museum van Hedendaagse Kunst in Antwerpen, het MUMOK Museum of Modern Art in Wenen, het National Art Museum in Kyiv, de Kontakt Collection (Wenen) en De kunstcollectie Telekom (Bonn), het Centre Georges Pompidou (Parijs).

HW/DE